Koffie. De belangrijkste motor voor je werkdag. Maar je hebt koffie en je hebt koffie. Mijn motto luidt: liever één goede koffie dan drie vieze. En dit dogma heb ik drie jaar lang elke dag aangehouden.
Maar als ik heel eerlijk ben is het dezelfde drie jaar lang een dekmantel geweest.
Een dekmantel om naar buiten te gaan. Zuurstof krijgen, gevoed worden, daglicht zien en mogen bewegen. Ken je ze? Van die kantoren met van die systeemwandjes, planten in witte ronde plastic bakken met bruine korrels en het gezoem van luiken die bij de eerste zonnestraal dicht gaan? Die dus. En daar zat ik. Drie jaar lang.
Koffie was mijn uitweg. Want voor lekkere koffie moest ik naar het andere gebouw. Oh nee, ‘mocht’ ik naar het andere gebouw. Het hoogtepunt van de dag. Ik verkocht het als ‘buitenwerken’. Want verkopen deed ik het. Verkopen dat ik niet alleen koffie haalde maar dat ik ook buiten lucht kreeg, goede ideeën en lastige gesprekken wist te voeren.
Het regende en mijn collega nam de auto. De auto, om 200 meter te rijden naar de Albert Heijn voor z’n maaltijdsalade. Hij wilde niet nat worden. Het was mijn dieptepunt. Maar ach, kun je het hem kwalijk nemen als de bosdag een kantoordag blijkt te zijn en de kantoortuin een kantoorkamer?
Lieve werkgevers, laten we onze werknemers goed opvoeden en opgewassen laten zijn tegen een regenbui. Dan is die stap naar buitenwerken, al is het maar voor koffie, ineens het hoogtepunt van de dag.